Huisartsenzorg klaar voor de toekomst?

Weblogberichten

De huisartsenzorg in Nederland staat onder druk. Voor huisartsen die willen stoppen is het lastig om een opvolger te vinden en daardoor dreigen steeds meer patiënten zonder dokter te komen zitten. Er zijn veel initiatieven om de huisartsenzorg toegankelijk te houden; vanuit de zorg zelf, de beroepsorganisaties en het ministerie.

De laatste jaren zien we daarbij ook een ontwikkeling waarbij bedrijven meerdere praktijken overnemen of op een andere manier gaan samenwerken, ook wel ketenvorming genoemd. Deze bedrijfsketens geven aan het werk van de huisarts te willen ontlasten door bijvoorbeeld administratieve zaken én de patiëntenzorg efficiënter in te richten.

Maar is de kwaliteit van zorg voor de patiënt hiermee wel op hetzelfde niveau gebleven? Voor ons als Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een belangrijke taak om op te letten. De afgelopen jaren hebben wij van zowel patiënten als zorgverleners bij het Landelijk Meldpunt Zorg signalen en meldingen ontvangen over een aantal van deze ketens. Die meldingen gingen vooral over de bereikbaarheid van de zorg. Het was voor patiënten lastig om iemand aan de telefoon te krijgen, en een afspraak maken werd soms helemaal moeilijk. De huisarts is het eerste aanspreekpunt bij gezondheidsvragen en problemen, iedereen wil een huisarts kunnen bereiken als er wat aan de hand is. Als wij meldingen krijgen dat zorgverleners niet bereikbaar zijn, dan is het aan onze inspecteurs om te kijken; is hier nog sprake van goede zorg?

Beeld: ©NZa/IGJ
Anouk Mateijsen (NZa) en Henk de Groot (IGJ)

Frisse blik

Tegelijkertijd zien wij ook de lastige omstandigheden waar de huisartsenpraktijken mee te maken hebben; een groeiend personeelstekort, ouder wordende patiënten die langer thuis wonen met meer zorgvragen, en steeds meer ziektes als gevolg van een ongezonde leefstijl. Dat nieuwe (bedrijfsketens van) zorgaanbieders daar met een frisse blik naar kijken, en met innovaties ook goede zorg voor de toekomst mogelijk willen maken, juichen wij toe. En we begrijpen dat het bijvoorbeeld anders is voor een patiënt om ook online advies te krijgen, maar dat is een kwestie van gewenning. Alleen, die innovaties mogen niet ten koste gaan van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg voor patiënten die het echt nodig hebben.

Daarom hebben onze inspecteurs de afgelopen maanden enkele praktijken van deze ketens onderzocht. Dat betekent dat er gesprekken zijn gevoerd hoe die kwaliteit van zorg in deze praktijken kan verbeteren. En als die gesprekken met die ketens van zorgaanbieders in onze ogen onvoldoende opleveren, kunnen we ze in uiterste situaties een formele maatregel opleggen. Bij één organisatie is dit inmiddels gebeurd. Een andere is het niet met ons eens en heeft bezwaar gemaakt tegen onze beslissing. Deze procedure loopt nog, en zal hopelijk aan het eind van dit jaar worden afgerond. 

Toezicht van de NZa

Ook de toezichthouders van de Nederlandse Zorgautoriteit, de NZa, zitten niet stil. Wij kijken of de financiële bedrijfsvoering van zorgaanbieders wel op orde is, zowel bij de nieuwe als bestaande partijen. Dit gebeurt altijd achter de schermen zolang een onderzoek nog niet is afgerond. Ook kijkt de NZa nadrukkelijk wat de zorgverzekeraars doen om de huisartsenzorg toegankelijk te houden. Er zijn regelmatig gesprekken met zorgverzekeraars, vaak samen met de huisartsen en de regio-organisaties, over hoe zij zich inspannen om de huisartsenzorg regionaal passend te organiseren. Zorgverzekeraars, regio-organisaties en huisartsen moeten samen zorgen dat iedere burger in Nederland de huisartsenzorg krijgt als dat nodig is.

Breder onderzoek

Naast ons reguliere toezicht zijn de IGJ en de NZa een breder onderzoek gestart. Want er zijn inmiddels verschillende ketens in de huisartsensector gekomen. We zien dat ze er in allerlei vormen en maten zijn. De één neemt bijvoorbeeld praktijken helemaal over, de ander wordt voor 50% eigenaar en weer een ander gaat samenwerkingsafspraken aan. Deze vormen van huisartsenzorg brengen kansen én risico’s met zich mee. In dit bredere onderzoek kijken de IGJ en NZa hoe we toezicht kunnen houden op al die verschillende organisaties en aanbieders in de huisartsenzorg. Wat zijn de (potentiële) risico’s bij deze nieuwe vormen van zorgaanbod? En welke kansen zien we? Alle zorgaanbieders moeten aan dezelfde normen en regels voldoen. Maar kunnen we deze aanbieders op dezelfde manieren toetsen als de huisarts op de hoek die in zijn/haar eentje een praktijk runt? Of moeten we ons toezicht hierop anders vormgeven? Hierbij denken we dan aan risico’s voor de patiëntveiligheid, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Begin 2024 publiceren we een rapport over dit onderzoek.

Voor de duidelijkheid: wij zijn toezichthouders op de zorg. We kijken of er goede zorg wordt verleend, de zorg toegankelijk is en of de zorgaanbieder een professionele bedrijfsvoering heeft ingericht. Verwacht van de IGJ en NZa geen rapport waarin wij aangeven hoe de huisartsenzorg eruit zou moeten zien. Het is aan alle betrokken partijen om de huisartsenzorg toekomstbestendig te maken.
 

Anouk Mateijsen
(waarnemend directeur Toezicht - NZa)

Henk de Groot
(hoofdinspecteur Curatieve Gezondheidszorg, Geneesmiddelen en Medische Technologie - IGJ)
 

Reactiemogelijkheid gesloten

U kunt geen reactie meer plaatsen.

Reacties

  • Goed dat IGJ en NZa vermelden waar ze zich op richten. De titel doet echter een ander artikel en conclusie vermoeden dan hier beschreven. Valse verwachting of hyperig schrijfstijl? In mijn ogen is realistische benadering passender.

    Van: Arjan van Andel | 21-09-2023, 09:13