De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) let erop dat de hulp aan kinderen aansluit bij hun werkelijke behoefte aan hulp en situatie: ‘passende jeugdhulp’. Wanneer kinderen worden bedreigd in hun gezonde en veilige ontwikkeling is passende hulp nodig om deze bedreiging te stoppen of beheersbaar te maken. De inspectie gaat voor het kunnen bieden van passende hulp uit van onderstaande elementen:
1. (Tijdig) signaleren
Ten eerste is nodig dat een probleem (tijdig) wordt gesignaleerd door ouders, kind of het (informele of professionele) netwerk om het kind heen.
2. Analyse en plan
Hierna is het belangrijk de hulpbehoefte van deze kinderen die komt uit de situatie en/of de problematiek tijdig, deskundig en integraal in kaart wordt gebracht. Ook wel de probleemanalyse genoemd. Dit gebeurt in gesprek met ouders, kinderen en eventueel andere betrokken hulpverleners.
3. Organiseren
Om passende hulp te kunnen bieden is het daarnaast een voorwaarde dat de in te zetten hulp ontstaat op basis van de probleemanalyse en het daaruit opgestelde plan. Dit kan in de vorm van maatwerk of een bestaand hulpaanbod zijn dat aansluit bij de hulpbehoefte van het kind en gezin. Het is belangrijk dat deze hulp op tijd geboden kan worden en dat het kind en zijn ouders zo min mogelijk te maken krijgen met wachtlijsten, overplaatsingen en doorverwijzingen. Ook is het belangrijk dat hulp zo lang als nodig kan worden geboden (continuïteit).
4. Passend hulpaanbod
Ook is de kwaliteit, de professionaliteit en de integraliteit waarmee de jeugdhulp wordt geboden belangrijk. De hulpverleners moeten daarbij ondersteund worden om het werk te kunnen volhouden. Dit vraagt om goede randvoorwaarden, de steun van je team, je leidinggevende, maar ook van samenwerkingspartners.
5. Regie, monitoring en evaluatie
De effectiviteit van de hulp is een graadmeter voor passende hulp: leidt de ingezette hulp tot het opheffen of beheersbaar maken van de bedreiging van de ontwikkeling van een kind? Niet alleen voor nu, maar ook voor de langere termijn? Om dit in de gaten te houden, zijn regie, monitoring en evaluatie van de hulp een randvoorwaarde voor passende hulp. Hierbij hoort dat regelmatig contact is met ouders, het kind en de hulpverleners. Wanneer het nodig is, wordt de hulp aangepast.
Wat doet de inspectie?
Het streven van de Jeugdwet is dat kinderen passende hulp ontvangen die zo dicht mogelijk bij het gezin geboden kan worden. In veruit de meeste gemeenten hebben lokale teams de belangrijke taak om de situatie van kinderen en hun gezinnen in kaart te brengen. Daarna te beoordelen welke hulp nodig is, waar nodig te coördineren en in veel gevallen ook zelf hulp te bieden. Daarnaast zijn huisartsen, jeugdartsen, Veilig Thuis en de gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering belangrijke verwijzers naar jeugdhulp. Waar specialistische jeugdhulp nodig is, wordt deze bij voorkeur ambulant ingezet, al dan niet in combinatie met andere vormen van hulp.
De lokale teams die verantwoordelijk zijn voor de toegang naar de jeugdhulp hebben een belangrijke rol om te kunnen komen tot passende hulp. Daarnaast wordt een deel van de jeugdhulp ambulant geboden vanuit de wijkteams of jeugdteams. De inspectie richt zich in haar toezicht om die reden ook op de hulp die vanuit wijkteams/ jeugdteams en ambulante aanbieders aan gezinnen wordt geboden.
Eén van de uitgangspunten van de Jeugdwet is dat investeren aan de voorkant helpt voorkomen dat kinderen in een latere fase zware (residentiële) jeugdhulp nodig hebben. De kinderen die verblijven in 24-uursvoorzieningen zijn zeer kwetsbaar. Daarom blijven deze kinderen de nadrukkelijke aandacht van de IGJ verdienen en houden.
Hetzelfde geldt voor de kinderen in de gedwongen jeugdhulp. Het betreft kinderen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd, maar die ondanks deze constatering niet tijdig de juiste hulp ontvangen. Om die reden verdienen ook deze kinderen de aandacht van de IGJ.