Bewustwording: wat zijn de grenzen

Bewustwording van seksueel grensoverschrijdend gedrag is belangrijk om de zorgrelatie veilig te houden. Veel zorgverleners vinden het moeilijk om te praten over seksualiteit in de zorgverlening. Dat merken inspecteurs tijdens het toezicht. Toch helpt praten over dit onderwerp zorgprofessionals om goed te beseffen wat de grenzen zijn.

Aandacht voor seksualiteit in de zorgrelatie

Seksualiteit maakt vanaf de puberleeftijd deel uit van vrijwel ieders leven. Het hoort ook bij het leven van zorgverleners en cliënten, jong en oud. Ook als je niet gezond bent, blijft het onderdeel uitmaken van je leven. Cliënten hebben soms een hulpvraag op het gebied van seksualiteit, bijvoorbeeld bij problemen of negatieve ervaringen met seks. In zorg- en behandelrelaties kan seksualiteit dus een belangrijk gespreksonderwerp zijn. Het is belangrijk dat zorgverleners dat beseffen en hier bewust mee omgaan. 

Belang van goed beleid

Een visie op seksualiteit en een uitgewerkt beleid hierop zijn essentieel om veilige zorgrelaties te waarborgen en grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.

Hoe bescherm je medewerkers en cliënten tegen ongewenst gedrag, wat is de procedure na een incident en hoe zorg je dat cliënten over de juiste informatie beschikken? Deze vragen beantwoord je in je beleid.

Dit geeft zorgverleners duidelijke richtlijnen over hoe om te gaan met seksualiteit en intimiteit in de zorg voor cliënten. Op deze manier krijgt het onderwerp seksualiteit een structurele plek binnen de organisatie. Via de Beleidsscan Seksualiteit & Intimiteit kunnen zorgverleners en beleidsmedewerkers hun eigen beleid toetsen en waar nodig verbeteren. 
 

Gevoelens en seksualiteit zijn een lastig onderwerp

Zorgverleners vinden het soms lastig om hun eigen gevoelens voor cliënten met elkaar te bespreken. Dat vertellen zorgverleners aan inspecteurs tijdens het toezicht. Het gaat bijvoorbeeld om gevoelens van sterke betrokkenheid, seksuele aantrekking tot een cliënt of vragen rondom de seksualiteit van cliënten zelf. Zorgverleners schamen zich of zijn bang om hierover te praten. Hetzelfde geldt wanneer zorgverleners vermoeden dat een collega grensoverschrijdend handelt. Dan vinden zij het moeilijk om dit met elkaar te bespreken.

Erover praten maakt de grenzen duidelijker

Iedereen heeft (seksuele) gevoelens, ook zorgverleners. Wél praten over dit onderwerp kan professionals leren wat de gevaren en grenzen zijn. Bijvoorbeeld tijdens teambesprekingen, intervisie en supervisie. Daardoor kan een zorgverlener beseffen dat hij of zij té persoonlijk omgaat met een cliënt en zijn of haar gedrag vervolgens bijstellen.

Denk bijvoorbeeld aan extra tijd en aandacht voor die ene cliënt waar een zorgverlener zich bijzonder bij betrokken voelt. Of een vriendschapsverzoek accepteren van een cliënt op sociale media. In de praktijk ziet de inspectie dat zorgverleners niet altijd weten wat de regels zijn. Die regels staan in gedrags- en beroepscodes. Als ook sprake is van seksuele gevoelens, kan de zorgverlener in de verleiding komen om zich niet meer professioneel te gedragen. En dat heeft grote gevolgen voor zowel de cliënt als de zorgverlener zelf. 

Ingrijpen als grenzen vervagen

Seksueel grensoverschrijdend gedrag is niet altijd het gevolg van slechte bedoelingen. Het gebeurt meestal geleidelijk: een zorgverlener gaat zich langzaam steeds minder professioneel gedragen. Dan is er sprake van een ‘glijdende schaal’: een zorgverlener begeeft zich in grijs gebied en neemt beslissingen die onschuldig lijken. Maar die kunnen eindigen in grensoverschrijding(en) zoals seksueel getint contact.

Tijdens dit proces zijn er meerdere momenten waarop de (professionele) omgeving kan ingrijpen. Het is dus belangrijk dat zorgverleners weten welke gedragingen grensoverschrijdend zijn, en wat de risico’s zijn.

Erover praten maakt het gemakkelijker om het binnen de organisatie te melden

Bewustwording en voorlichting zijn belangrijk voor zorgprofessionals én cliënten. Meer aandacht voor seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag, maakt het makkelijker om te melden wanneer er (misschien) iets fout gaat of kan gaan. En wanneer er eerder wordt gemeld, kan het gedrag ook eerder worden gestopt.