Tips voor versterking van preventieve mentale gezondheidsnetwerken voor jongeren

De zorgen over de mentale gezondheid van mensen in Nederland zijn groot: steeds meer voelen zich lusteloos, somber en angstig of hebben stress. Terwijl mensen die goed in hun vel zitten meer veerkracht hebben, langer gezond blijven, sneller herstellen en gelukkiger en langer leven. 

Beeld: ©ANP | Coco Broeken

Ongeveer 840.000 personen tussen de 13 en 18 jaar ervaren mentale klachten. En 1 op de 15 jongeren kampt met een depressie, dit zijn 80.000 mensen. Het is daarom belangrijk om deze trend te keren. En ervoor te zorgen dat mentale problemen bij jongeren op tijd worden gesignaleerd en zij op tijd worden geholpen als het minder goed met ze gaat, om erger te voorkomen.

Samenwerking is cruciaal

Een goede samenwerking tussen alle organisaties die betrokken zijn bij mensen met mentale klachten is daarvoor cruciaal. Deze beweging naar meer samenwerken in zorgnetwerken is in lijn met de doelen van het Integraal Zorgakkoord.

Omdat goede samenwerking ingewikkeld kan zijn, keek de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in 2024 bij 2 preventieve mentale gezondheidsnetwerken voor jongeren:

We haalden een beeld op van de samenwerking binnen elk netwerk. Met als uitgangspunt dat als de netwerken de juiste condities creëren voor een succesvolle samenwerking, dit tot de best mogelijke uitkomst voor de jongere leidt.

Lessen uit het toezicht

Uit het toezicht blijkt dat het voor een effectieve netwerksamenwerking met een goede uitkomst voor jongeren belangrijk is dat:

  • de netwerkpartners werken vanuit een gezamenlijke netwerkambitie die is vertaald in concrete doelstellingen met een bijbehorende werkagenda,
  • ze die netwerkambitie vertalen naar de plannen van de eigen organisatie,
  • ze actief investeren in de samenwerking tussen het sociaal domein, zorgdomein en het onderwijs,
  • de netwerken samenwerkingsafspraken vastleggen, 
  • ze investeren in onderlinge relaties, verbinding en vertrouwen tussen de organisaties, 
  • ze een netwerkcoördinator aanwijzen die een sleutelfiguur en boegbeeld is voor de continuïteit, effectiviteit en verdere ontwikkeling van het netwerk,
  • het perspectief van de jongeren bekend is en steeds vooropstaat in wat het netwerk doet,
  • het zorg- en hulpaanbod aansluit bij de leefwereld van de jongeren en op wat zij willen en nodig hebben,
  • de netwerkpartners regelmatig gezamenlijk de samenwerking en het resultaat daarvan evalueren (‘Doen we met elkaar het goede?’)
  • netwerken zorgverzekeraars en gemeenten meenemen in datgene wat nodig is voor een goede en effectieve netwerksamenwerking.

Hoe nu verder?

De beide zorgnetwerken vonden de door ons voorgehouden ‘spiegel’ over hun samenwerking helpend en kunnen dit goed gebruiken bij de verdere ontwikkeling van hun samenwerking. De netwerken toonden zich zelfkritisch en reflectief. Wij vertrouwen erop dat de bezochte netwerken de tips die uit het toezicht naar voren kwamen oppakken om hun samenwerking verder te versterken.

De inspectie hoopt verder dat ook andere zorgnetwerken hun voordeel doen met deze tips.