Omgang met gedwongen zorg in de gehandicaptenzorg
In de Wet zorg en dwang (Wzd) staat hoe zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg met dwang in de zorg om moeten gaan. De inspectie keek hoe gedwongen zorg in de gehandicaptenzorg is toegepast in 2022 en 2023.
Deze publicatie hoort bij Grote verschillen in omgang met gedwongen zorg. Hierin deelt de inspectie wat zij ziet in het toezicht op gedwongen zorg bij verpleeghuizen, de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg over 2022 en 2023.
Waar hebben we naar gekeken?
In 2022 en 2023 ontvingen wij 96 meldingen over gedwongen zorg en de Wet zorg en dwang (Wzd). Daarnaast bekeken we 186 rapporten van toezichtbezoeken op gedwongen zorg. Ook beoordeelden we van 19 zorgaanbieders hun kwalitatieve analyse Wzd. Zorgaanbieders die gedwongen zorg bieden, maken hierover één keer per jaar een kwalitatieve analyse. Deze analyse helpt zorgaanbieders om inzicht te krijgen in gedwongen zorg en om ervan te leren.
Wat zien we?
Samenvattend kunnen we zeggen dat er in de gehandicaptensector vaak persoonsgerichte zorg wordt geleverd én we organisaties zien die werken volgens de Wzd. Tegelijkertijd zien we dat er blijvende aandacht nodig is voor:
- bewustwording over onvrijwillige zorg
- betere verwijzing naar cliëntenvertrouwenspersoon
- uitvoering van de Wzd door uitzendkrachten en zzp’ers
- inschatting risico’s bij fysieke fixatie en persoonlijk fixatieplan
- verbetering van de kwalitatieve analyses
Deze aandachtspunten lichten we verder toe in deze publicatie. We vertellen wat er al goed gaat en waar de verbeterpunten liggen. In deze verbeterpunten hebben we onderscheid gemaakt in wat beter kan en wat beter móet. We sluiten deze publicatie af met onze plannen voor 2024.
Wat gaat goed?
- Voldoende persoonsgerichte zorg
Goede persoonsgerichte zorg is de basis om zorgvuldig met de Wzd om te gaan. Binnen de gehandicaptenzorg wordt goede persoonsgerichte zorg ook wel ‘stap 0 van het stappenplan genoemd’. Wij zagen in 89% van de bezoekrapporten dat er sprake is van voldoende persoonsgerichte zorg. Dit is positief. Belangrijke aspecten van persoonsgerichte zorg zijn dat zorgverleners de cliënt kennen en weten wat de cliënt belangrijk vindt. De zorgbehoefte van cliënten staat centraal, cliënten hebben zelf de regie en de zorgverlener ondersteunt hen hierbij.
- Werken volgens de Wzd
Uit meerdere bezoeken blijkt dat zorgaanbieders inmiddels gewend zijn om te werken volgens de Wzd. Dat is positief. Er liggen goede stappenplannen die zorgaanbieders op tijd evalueren. Hiermee dwingen zorgaanbieders zichzelf om kritisch te blijven kijken naar gedwongen zorg. Ook bouwen zorgaanbieders kennis en ervaring op door de inzet van de Wzd-functionaris.
Zorgverleners hebben de risico’s goed in beeld en vastgelegd in de cliëntendossiers. Zorgverleners maken samen met een GZ-psycholoog, de cliënt en cliëntvertegenwoordiger afwegingen tussen risico’s en de eigen regie van de cliënt. Gedwongen zorg wordt daarbij zoveel mogelijk voorkomen.
Wat kan beter?
- Bewustzijn over gedwongen zorg
Wij zagen in 62% van de rapporten dat er verbeteringen moesten plaatsvinden in de uitvoering van de Wzd. In ruim 90% van deze rapporten is bewustwording genoemd als punt van verbetering. Bij bewustwording gaat het om het herkennen van gedwongen zorg of vormen van vrijheidsbeperking. Een voorbeeld is het gebruik van vergaande (ongeschreven) huisregels, zoals dat cliënten ’s nachts niet in de woonkamer mogen komen of dat ze hun telefoon moeten inleveren. Verzet hiertegen is er niet altijd omdat cliënten dit vaak als ‘normaal’ beschouwen. De inspectie stelt hier wel altijd kritische vragen over.
Het gaat ook over het herkennen van vormen van zorg waartegen cliënten zich niet actief verzetten, maar waarvoor wel het stappenplan doorlopen moet worden.
Wij blijven zorgaanbieders aanmoedigen om de Wzd uit te voeren en controleren dit ook steeds vaker door bijvoorbeeld een resultaatverslag op te vragen.
- Opvolgen eisen kwalitatieve analyses
De inspectie bekeek ook de kwalitatieve analyses Wzd van de 19 bezochte zorgaanbieders. Wat opvalt, zijn de grote inhoudelijke verschillen tussen de analyses. In de regeling Wzd staan de eisen waaraan de analyses moeten voldoen. Stijgingen of dalingen van de toepassing van gedwongen zorg ten opzichte van de vorige analyse moeten bijvoorbeeld in de analyse staan. En een toelichting op de verschillen. Wij zagen dat deze eisen niet goed worden gevolgd. Wij zagen wel een aantal goede analyses, waarin bijvoorbeeld concrete acties staan om gedwongen zorg duurzaam en zorgvuldig af te bouwen.
- Bekendheid en toegankelijkheid cliëntenvertrouwenspersoon
Cliënten en cliëntvertegenwoordigers zijn niet altijd goed op de hoogte van het bestaan van de cliëntenvertrouwenspersoon en de klachtroute. Zo moest het Landelijk Meldpunt Zorg aan 52% van de Wzd-melders uitleggen hoe ze meer informatie konden vinden over de cliëntvertrouwenspersoon of de klachtroute. De cliëntvertrouwenspersoon krijgt niet alleen bekendheid door informatie op internet of door een foto op te hangen op een locatie. Een pro-actievere rol is noodzakelijk bij zorgverleners in de samenwerking met de cliëntvertrouwenspersoon. De zorgaanbieder moet de cliënt eerder wijzen op de aanwezigheid van de cliëntvertrouwenspersoon.
Wat moet beter?
- Algehele kwaliteit van de zorg
Zowel uit de bezoeken als uit de meldingen zagen wij dat problemen rondom de Wzd vaak samenhangen met problemen die invloed hebben op kwaliteit van zorg, zoals ondeskundige zorgverleners, een onveilige werksfeer of te weinig sturing. Bij bijna de helft van de meldingen over zorgaanbieders ging het over meer dan alleen de Wzd.
- Kennis bij uitzendkrachten en zzp’ers
Wij zagen risico’s bij de inzet van tijdelijke medewerkers zoals zzp’ers en uitzendkrachten. We zien dat deze tijdelijke medewerkers cliënten onvoldoende kennen. Ze hebben dan bijvoorbeeld geen toegang tot het cliëntendossier. Of ze kennen het zorg- en signaleringsplan van de cliënt niet goed genoeg. Daarnaast krijgen ze onvoldoende informatie over de cliënt voordat ze aan een dienst beginnen. Het viel ook op dat ze niet altijd voldoende geschoold zijn op het gebied van de-escalatietechnieken en de Wzd.
- Fysieke fixatie en persoonlijk fixatieplan
Wij zagen dat zorgaanbieders niet altijd de risico’s afwegen voordat ze het besluit nemen om fysieke fixaties toe te passen. Er wordt bijvoorbeeld niet altijd een arts betrokken, terwijl dit wel moet. Risico’s kunnen lichamelijk zijn zoals hartklachten en zwaarlijvigheid, maar ook geestelijk. Zo hebben sommige cliënten vanuit hun belaste verleden veel moeite met fixatie. De inspectie vindt dat voor elke cliënt goed bekeken moet worden hoe fixatie voorkomen kan worden. Is er echt geen andere oplossing? Dan moet goed gekeken worden hoe fixatie het beste kan plaatsvinden. Hierbij moeten de zorgverleners de cliënt zélf betrekken. Ook moet deze informatie voor alle zorgverleners terug te lezen zijn in het dossier van de cliënt.
Een aantal zorgaanbieders werkt al volgens de wet, maar andere zorgaanbieders zoeken nog steeds naar hoe ze met de wet moeten omgaan.
Waar letten we op in 2024?
De Wzd verdient nog steeds veel aandacht. We zien grote verschillen in hoe zorgaanbieders omgaan met de wet. Een aantal zorgaanbieders werkt al volgens de wet, maar andere zorgaanbieders zoeken nog steeds naar hoe ze met de wet moeten omgaan. Of ze weten niet dat de wet ook voor hen geldt.
Wij moedigen kennisuitwisseling tussen zorgaanbieders aan. In 2024 hebben wij aandacht voor de drie speerpunten uit de vernieuwde toezichtstrategie Gedwongen zorg: terughoudend en zorgvuldig. Naast deze onderwerpen hebben we in de gehandicaptenzorg speciale aandacht voor fysieke fixatie en gesloten deuren. We bezoeken dit jaar een aantal zorgaanbieders, waarbij we naar deze thema’s kijken.