Rapport casusonderzoek GGZ Noord-Holland-Noord (HIC Jeugd)
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd deed onderzoek naar het overlijden van een jeugdige door suïcide. De jeugdige verbleef op basis van een zorgmachtiging Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg bij GGZ Noord-Holland-Noord (GGZ NHN) op de High en Intensive Care voor Jeugdigen (HIC Jeugd), onderdeel van Divisie Jeugd en Gezin. Ook waren de polikliniek Hoorn en de polikliniek Den Helder van GGZ NHN betrokken bij de jeugdige.
De inspectie betuigt haar medeleven aan de familie van de jeugdige.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek concludeert de inspectie dat GGZ NHN op de HIC Jeugd voldoende gehandeld heeft conform de verwachtingen uit de Module Suïcidepreventie. Met betrekking tot het toekennen van (on)begeleide vrijheden aan de jeugdige zijn de overwegingen van de HIC Jeugd navolgbaar en in lijn met het gedachtengoed van de Multidisciplinaire Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag. Het besluitvormingsproces getuigt van voldoende zorgvuldigheid.
Op enkele normen van de Module Suïcidepreventie is echter wel verbetering nodig. Ook op basis van enkele nevenbevindingen is nadere actie gewenst. Daarom verwacht de inspectie van GGZ NHN Divisie Jeugd en Gezin op een aantal punten verbetering dan wel aanvullend intern onderzoek. De inspectie heeft GGZ NHN verzocht om binnen vier maanden een resultaatverslag van de acties die Divisie Jeugd en Gezin heeft ondernomen aan te leveren. Op basis van het resultaatverslag beoordeelt de inspectie of er voldoende verbeteringen zijn getroffen of dat er aanvullende maatregelen nodig zijn.