Hygiëne en infectiepreventie in verpleeg- en verzorgingshuizen moeten beter

In verpleeg- en verzorgingshuizen wonen kwetsbare mensen samen die vaak meerdere aandoeningen en een verminderde weerstand hebben. Daarom moet voorkomen worden dat bewoners infecties krijgen en infectieziekten zich in de instellingen verspreiden. Goede hygiëne en infectiepreventie zijn daarvoor onmisbaar. 

Tijdens de coronapandemie was hier binnen de hele zorg veel aandacht voor de juiste maatregelen tegen infectieziekten. Als Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd vinden we het belangrijk dat deze aandacht niet verslapt. Om er samen voor te zorgen dat bewoners en medewerkers goed beschermd zijn en blijven. Daarmee zijn we ook beter voorbereid op toekomstige (grote) uitbraken. We onderzochten daarom bij 10 verpleeghuizen op de psychogeriatrische afdeling of de medewerkers werken volgens de hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV), het Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI) en de Werkgroep Infectiepreventie (WIP). Hieronder beschrijven we de uitkomsten van deze 10 bezoeken.

Handhygiëne en persoonlijke hygiëne

De bezochte verpleeghuizen hebben in alle woningen handdesinfectans en meestal ook in de gezamenlijke leefruimten. In 6 van de 10 bezochte instellingen ziet de inspectie middelen die niet (meer) zijn toegestaan of voorbij de houdbaarheidsdatum zijn. Een handdesinfectans zonder toelating van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) mag niet worden gebruikt, omdat daarvan niet bekend is of het goed werkt.

Om de handen goed te kunnen desinfecteren of wassen, is het belangrijk dat medewerkers geen hand- en polssieraden dragen. Medewerkers van de bezochte verpleeghuizen houden zich hier op een enkele uitzondering na goed aan. 

Medewerkers dragen kleding van de instelling, of eigen kleding die ze thuis moeten wassen. In de meeste instellingen weten de medewerkers hoe zij dit moeten doen én doen zij het zoals is afgesproken. De instellingen hebben hiervoor niet altijd duidelijke instructies. Op alle bezochte locaties met dienstkleding is reservekleding beschikbaar.

Tip: Controleer alle handalcohol op houdbaarheid en toelating. Denk ook aan de flessen in dispensers, kasten en voorraadruimtes.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten ervoor zorgen dat medewerkers niet zelf besmet raken. Dit voorkomt dat zij zelf ziek worden of via bijvoorbeeld hun kleding en handen ziekteverwekkers verspreiden. We zagen dat niet altijd de juiste beschermingsmiddelen aanwezig zijn op de locaties. Sommige instellingen hebben geen FFP2-adembeschermingsmaskers. En bij alle locaties troffen we PBM aan die over de houdbaarheidsdatum waren.

Medewerkers weten niet altijd wanneer zij welke PBM nodig hebben. In het merendeel van de bezochte instellingen krijgen medewerkers hierover geen structurele scholing. Soms geeft een instelling extra instructie op het moment van een isolatie of een uitbraak. 

Tip: Blijf het gebruik van PBM oefenen. Of vraag een deskundige infectiepreventie om een training te geven.
Tip: Zorg voor de juiste beschermingsmiddelen. Gooi middelen weg als ze niet meer voldoen aan de norm of niet meer houdbaar zijn.

Reiniging en desinfectie

Alle bezochte locaties hebben een schema voor het schoonmaken van de verschillende ruimtes. Het schoonhouden van cliëntgebonden materialen zoals tilliften en rolstoelen, is op de helft van de bezochte locaties niet goed geregeld. Het is dan niet duidelijk hoe en hoe vaak de medewerkers deze materialen moeten schoonmaken en wie dat moet doen. De inspectie kwam vaak volle opslagruimtes tegen met dozen en materialen op de grond. Het goed schoonmaken van deze ruimten is daardoor moeilijk. 

In de alle bezochte instellingen zijn desinfectiemiddelen aanwezig. De medewerkers hebben echter onvoldoende kennis over wanneer, hoe en welke middelen zij moeten gebruiken. De inspectie ziet regelmatig dat er in de werkinstructies middelen beschreven staan die niet bij de medewerkers bekend zijn. Of die niet op de locatie aanwezig zijn. De inspectie zag in 4 instellingen desinfectiemiddelen die niet meer houdbaar waren. 

Tip: Zorg voor scholing en actuele werkinstructies over het juiste gebruik van desinfectiemiddelen, ook voor medewerkers van de schoonmaakdienst.

Opslag steriele materialen en medicatie

De opslag van steriele materialen voldoet bij de helft van de bezochte locaties niet aan de normen. De inspectie ziet volle kasten waarin steriele en onsteriele producten door elkaar liggen. Hierdoor kunnen de materialen beschadigd raken of vies worden. 

De controle op de houdbaarheid van de steriele producten is meestal in orde. Instellingen hebben medewerkers binnen de organisatie aangewezen om de voorraad en houdbaarheid te controleren.  

9 van de 10 instellingen controleren de temperatuur van de medicijnkoelkast en loggen de gegevens. Het noteren van de openingsdatum van zalven en tubes gaat in de helft van de bezochte instellingen niet goed. Daardoor weet de gebruiker niet tot wanneer de medicatie houdbaar is en veilig gebruikt kan worden.

Tip: Zorg voor goede opslag van steriele materialen zodat ze niet beschadigd kunnen raken en gescheiden zijn van andere materialen.
Tip: Zet de openingsdatum op de verpakking van medicijnen die na openen beperkt houdbaar zijn.

Randvoorwaarden voor goede hygiëne en infectiepreventie

Voor goede hygiëne en infectiepreventie in de zorg moeten verpleeg- en verzorgingshuizen aan een aantal randvoorwaarden voldoen. Niet alleen horen medewerkers kundig te zijn, ook moeten er goede werkinstructies zijn, net als structurele bij- en nascholing over hygiëne en infectiepreventie. Daarnaast horen hygiëne en infectiepreventie onderdeel te zijn van een kwaliteitssysteem. In alle bezochte instellingen vroeg de inspectie hiernaar. Overal bleek een infectiepreventie-/hygiënecommissie te zijn. De samenstelling daarvan is verschillend: er is niet altijd een specialist ouderengeneeskunde en/of deskundige infectiepreventie bij betrokken, terwijl de hygiënenorm dat wel aangeeft. 

De helft van de bezochte instellingen deed een audit infectiepreventie. De inspectie vindt het belangrijk dat zulke audits regelmatig worden gedaan, zodat instellingen weten hoe het in de praktijk eraan toegaat. De kwaliteit van de audits die de inspectie inzag was echter niet altijd voldoende. Audits hadden bijvoorbeeld niet als hoofddoel om naar het onderwerp infectiepreventie te kijken en werden ook niet afgenomen door een deskundige medewerker. In deze gevallen was infectiepreventie een klein onderdeel van een interne audit met veel verschillende onderwerpen. 

We zien dat sommige instellingen geen eigen protocollen en werkinstructies hebben. Zij maken een link naar bronnen op internet zoals protocollen van Vilans of ZIPnet. Maar deze zijn voor medewerkers vaak niet concreet genoeg en niet makkelijk beschikbaar. Het is voor medewerkers belangrijk bruikbare, beschikbare werkinstructies te hebben die zijn afgestemd op hun eigen situatie. We zien dat het helpt als een deskundige infectiepreventie bij het opstellen van werkinstructies betrokken is en hierover advies kan geven. 

Zorg voor duidelijke, op de instelling toegespitste werkinstructies. Zorg dat ze actueel blijven en ga met een audit na of het in de praktijk goed gaat.

Conclusie en aanbevelingen

Kwetsbare, oudere mensen hebben meer kans om een infectie op te lopen. Om dit risico te verkleinen is het belangrijk dat medewerkers in verpleeg- en verzorgingshuizen de richtlijnen voor infectiepreventie goed opvolgen. We concluderen dat dit bij de bezochte instellingen niet op alle onderdelen van de richtlijnen het geval is. 

Voor het borgen van een goede hygiëne en infectiepreventie bevelen we de bestuurders van de bezochte verpleeg- en verzorgingshuizen aan om regelmatig na te gaan of vastgesteld beleid en richtlijnen in de praktijk echt worden uitgevoerd. Niet alle bezochte instellingen laten audits doen, waardoor tekortkomingen niet (op tijd) worden opgemerkt. Om een goede audit infectiepreventie uit te voeren, beveelt de inspectie aan om daarbij deskundigheid in te zetten. 

Audits zijn slechts een hulpmiddel om inzicht te krijgen in wat er goed gaat en waar nog verbetering nodig is. Ze zijn alleen zinvol als er ook goede, duidelijke en passende werkinstructies zijn en medewerkers deze goed kennen en hierover regelmatig worden bijgeschoold. Hetzelfde geldt voor relevante richtlijnen en protocollen. We zien dat betrokkenheid van een deskundige infectiepreventie helpt om de basishygiëne goed op orde te hebben. Instellingen kunnen ook hulp krijgen van andere partijen zoals de GGD, Vilans en de regionale zorgnetwerken antimicrobiële resistentie (AMR).

We bezochten voor deze steekproef een klein aantal verpleeg- en verzorgingshuizen, maar we hopen dat deze uitkomsten de gehele sector ertoe bewegen om na te gaan of de hygiëne en infectiepreventie in de praktijk op orde zijn. Zodat bewoners én medewerkers geen onnodige risico’s lopen op een infectie. Als inspectie blijven we waar nodig aandacht houden voor dit thema.