Inspectiebezoek verpleeghuiszorg
Inspecteurs kijken of cliënten in een verpleeghuis goede en veilige zorg krijgen. Ook kijken ze of de zorg persoonsgericht is.
Beschrijving van het inspectiebezoek
Inspecteurs komen met zijn tweeën op bezoek. Vaak laten ze van tevoren niet weten dat ze komen. Bij binnenkomst legitimeren ze zich eerst. Zo weet de instelling dat het echt om inspecteurs van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd gaat. Daarna vragen ze naar de verantwoordelijke manager.
Het kan zijn dat de locatiemanager of een teamleider op dat moment niet aanwezig is. Dan spreken de inspecteurs met een medewerker die op dat moment de verantwoordelijkheid heeft.
Vragen aan verschillende mensen
De inspecteurs proberen een beeld te krijgen hoe de zorgverleners op een locatie of binnen een afdeling werken en hoe de cliënten er wonen. De inspecteurs bezoeken een aantal woningen of afdelingen. Hierbij proberen ze de zorgverlening zo weinig mogelijk te verstoren.
Ze stellen vragen aan medewerkers, cliënten en/of familieleden, artsen, bestuurders en de cliëntenraad. Omgekeerd mag iedereen natuurlijk ook vragen stellen aan de inspecteurs.
Observeren en dossiers bekijken
In verschillende situaties observeren de inspecteurs cliënten en medewerkers. Zo kijken ze bijvoorbeeld in de huiskamer hoe de zorgverleners de cliënten aanspreken. En hoe het contact is tussen de cliënten en zorgmedewerkers. Verder kijken ze naar de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen en de reden daarvoor en zien ze dossiers in van cliënten.
Toezicht door observeren: methode SOFI
Krijgt iemand overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt? Wordt iemand aangesproken op de manier die hij of zij plezierig vindt? Hoe de persoon de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Oudere mensen met dementie kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?
Short Observational Framework for Inspection (SOFI) is een hulpmiddel voor inspecteurs. SOFI helpt de inspecteur om een beeld te krijgen hoe cliënten de zorg ervaren. Vanuit dit beeld stelt de inspecteur vragen aan medewerkers en behandelaren en onderzoekt de inspecteur het zorgdossier.
Met SOFI zitten 2 inspecteurs zo’n anderhalf uur in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een bewoner, en andersom. Stimuleren de medewerkers activiteiten? Wordt met de bewoners gepraat, een liedje gezongen, een spelletje gedaan, gewandeld? Hoe is de stemming van bewoners, hoe betrokken zijn zij bij de omgeving?
Hierna volgt een gesprek met de medewerkers waarin de inspecteurs de situaties die ze hebben gezien, bespreken. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten met dementie de zorg ervaren. De bespreking van de observaties met de zorgverleners helpt hen kritisch te kijken naar het eigen handelen en zo de zorg verder te verbeteren.
Slotgesprek voor vertrek
Voordat de inspecteurs vertrekken, vertellen ze in het slotgesprek hun eerste indrukken. Binnen 4 weken krijgt de instelling het eerste rapport van de inspecteurs. De instelling kan hierop reageren als ze vindt dat feiten niet kloppen. De inspectie kijkt hiernaar en maakt daarna een definitief rapport. Tussen het bezoek en het definitieve rapport zitten maximaal 12 weken.
Aandachtspunten tijdens bezoek
De inspecteurs letten tijdens het bezoek op de volgende onderwerpen:
Persoonsgerichte zorg
- Heeft de cliënt de regie en krijgt hij hierbij steun van zijn naasten en de zorgmedewerkers?
- Is het startpunt: wat wil de cliënt?
- Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij zijn geschiedenis, weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat hij niet wil?
- Hoe is de relatie tussen cliënt en zorgverlener?
- Luistert de zorgverlener goed naar de cliënt en zijn naasten?
- Kan de cliënt zelf keuzes maken?
Goede inzet van deskundige zorgverleners
- Hebben de zorgverleners voldoende kennis en ervaring om de juiste zorg te bieden?
- Krijgen ze voldoende scholing?
- Werken ze volgens de juiste richtlijnen?
- Past de samenstelling van het personeel bij de cliënten?
Veilig werkklimaat
De inspectie vindt een veilig werkklimaat erg belangrijk. We onderzoeken daarom of de zorgmedewerkers zich voldoende veilig voelen om open te kijken op de manier waarop ze zorg leveren.
- Wat is de kwaliteit van de zorg die ze leveren?
- Is de zorg persoonsgericht of kan dat nog beter?
- Ondersteunt de zorgaanbieder de medewerkers zodat ze kunnen leren van successen, (bijna) incidenten, (bijna) fouten en klachten??
Sturing op kwaliteit en veiligheid
Voor goede zorg is goed management een belangrijke voorwaarde. Het management stuurt op alle voorwaarden die meewerken aan de kwaliteit van zorg. Als het management onvoldoende stuurt, kunnen er in de dagelijkse zorg dingen misgaan. Zorgmedewerkers kunnen dit niet altijd voorkomen.
De zorgaanbieder moet ervoor zorgen dat de instelling methodisch werkt. Methodisch werken volgt de Plan-Do-Check-Act-cyclus. Dit is een terugkerend patroon van plannen, doen, controleren en bijstellen van het werk.
Cultuur in de organisatie
Ook kijken de inspecteurs of de zorgaanbieder voldoende aandacht heeft voor de cultuur binnen de organisatie. Hoe open is de cultuur? Mogen medewerkers fouten maken en krijgen ze de kans daarvan te leren en te verbeteren?
Specifieke onderwerpen
Soms vindt de inspecteur het belangrijk een onderwerp uitgebreider te onderzoeken. Bijvoorbeeld: medicatieveiligheid, vrijheidsbeperking, of infectiepreventie.