Ziekenhuizen moeten blijven investeren in samenwerking kinderhartchirurgie

Op dit moment is er goede en veilige zorg bij de vier ziekenhuizen die kinderhartchirurgie uitvoeren. Dat heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd gezien tijdens bezoeken aan het Erasmus MC, UMC Groningen, UMC Utrecht en CAHAL (het samenwerkingsverband tussen het LUMC en het Amsterdam UMC). Er zijn wel knelpunten in de samenwerking en afstemming tussen de vier ziekenhuizen. Die knelpunten hangen samen met de spanningen onderling over de toekomstige concentratie van deze zorg.

De inspectie heeft de minister in 2021 geadviseerd het aantal centra waar deze moeilijke operaties worden uitgevoerd bij heel kwetsbare kinderen terug te brengen van vier naar twee. Er is nog geen definitief besluit gevallen in welke ziekenhuizen deze zorg nog verleend mag worden. De Nederlandse Zorgautoriteit analyseert op dit moment wat de gevolgen zijn voor de betrokken ziekenhuizen.

De inspectie heeft steeds uitgedragen dat alle locaties in staat zijn deze zorg goed en veilig te verlenen. Dat is nog steeds zo. De inspectie ziet dat de verleende zorg voor de individuele patiënten goed en veilig is. Maar de samenwerking tussen de vier ziekenhuizen over de kinderhartzorg als geheel is wel veranderd. Zo wordt er minder kennis gedeeld en is er minder uitwisseling van de hartchirurgen die nog in opleiding zijn.

Hoe nu verder?

De inspectie vraagt van alle ziekenhuizen te blijven investeren in de onderlinge samenwerking. Ondanks de onzekerheden. Ook heeft de inspectie alle ziekenhuizen gevraagd zich goed voor te bereiden op de twee scenario’s die mogelijk zijn: het overdragen en overnemen van de zorg voor kinderen met een aangeboren hartafwijking. De inspectie kijkt in haar toezicht ook naar deze voorbereiding en de uiteindelijke uitvoering ervan. Patiënten en hun families moeten nu en in de toekomst kunnen vertrouwen op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. 

Documenten