Crisisaanpak nodig om kinderen met jeugdbeschermingsmaatregel te beschermen
Nieuwsbericht | 13-09-2022 | 13:30
De overheid faalt bij haar taak om kwetsbare kinderen te beschermen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid hebben bij minister Weerwind (Rechtsbescherming) en staatssecretaris Van Ooijen (VWS) aangedrongen om direct te starten met een crisisaanpak voor de jeugdbeschermingsketen. De inspecties spreken de bewindslieden aan op hun verantwoordelijkheid voor het stelsel van jeugdbescherming.
Al in 2019 hebben de inspecties vastgesteld dat de Nederlandse overheid onvoldoende haar verantwoordelijkheid neemt voor kinderen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De gecertificeerde instellingen (GI’s) die deze verantwoordelijkheid namens de overheid invullen, kunnen deze verantwoordelijkheid niet waarmaken. Ook constateerden de inspecties keer op keer dat rechterlijke uitspraken, gericht op het beschermen van kinderen, niet standaard werden uitgevoerd.
In mei 2022 concludeerden de inspecties opnieuw dat de jeugdbeschermingsketen niet voldoet aan de in de wet vastgelegde minimale kwaliteitseisen. Kinderen met een maatregel krijgen nog steeds niet tijdig de noodzakelijke bescherming en hulp als gevolg van hardnekkige problemen in de jeugdbeschermingsketen.
De jeugdbeschermingsketen bezwijkt
Afgelopen maanden hebben de inspecties gesprekken gevoerd met Veilig Thuis, lokale teams, de Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen, specialistische jeugdhulp, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de betrokken ministeries. Hieruit concluderen de inspecties dat op korte termijn geen breed gedragen aanpak te verwachten is om de jeugdbescherming te verbeteren.
Zelfs de kinderen met een door de rechter opgelegde jeugdbeschermingsmaatregel krijgen van de overheid niet op tijd de bescherming en hulp die zij nodig hebben. Dit zijn zeer kwetsbare kinderen die in een afhankelijke positie zitten. Juist zij moeten kunnen rekenen op bescherming die de overheid hoort te bieden.
Mogelijkheden inspecties uitgeput
Ondanks de inzet van de jeugdbeschermers, de betrokken partijen en het toezicht van de inspecties is de situatie in de jeugdbeschermingsketen onverminderd slecht.
De inspecties hebben geen mogelijkheden meer om te handhaven op het stelsel en zo verbetering op de korte termijn te bevorderen. “We hebben de grenzen van ons toezicht opgezocht; we hebben gemeenten en jeugdbeschermingsregio’s aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor jeugdbescherming en hulp voor kinderen met een maatregel. Ook hebben we verscherpt toezicht uitgevoerd in regio’s waar jeugdigen met een maatregel te lang wachten op passende hulp. Wij kunnen vanuit ons toezicht de problemen die worden veroorzaakt door de inrichting van de jeugdbeschermingsketen wel agenderen, maar niet verhelpen. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten om te zorgen voor toereikend aanbod van jeugdbescherming en jeugdhulp. De minister en staatssecretaris zijn verantwoordelijk voor het stelsel, en crisisaanpak is nu nodig,” stellen hoofdinspecteurs Angela van der Putten (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd) en Hans Faber (Inspectie Justitie en Veiligheid).
Voor het toezicht betekent dit dat de inspecties blijven toezien op wat de instellingen zelf kunnen doen en verbeteren in hun eigen organisatie om kinderen zo goed mogelijk te beschermen. De inspecties zullen niet handhavend optreden als de oorzaken van de gesignaleerde problemen buiten de invloed van de instellingen liggen, bijvoorbeeld bij ontoereikend hulpaanbod.
De inspecties gaan door met het monitoren en signaleren van de ontwikkelingen in het jeugdbeschermingsveld.
Al in 2019 hebben de inspecties aangegeven dat de kwaliteit van de jeugdbescherming ernstig onder druk staat. Zelfs kinderen met een kinderbeschermingsmaatregel die door de rechter is opgelegd, moeten te lang wachten totdat ze de goede hulp en bescherming krijgen. Er is een tekort aan jeugdbeschermers en het is heel moeilijk om tijdig goede specialistische hulp te krijgen.
We hebben in de afgelopen jaren ook gemeenten aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor jeugdbescherming en hulp aan kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Maar ook dit heeft niet gezorgd voor verbetering van de situatie en gaan we niet meer doen. We spreken nu de verantwoordelijke bewindspersonen van JenV en VWS aan. Zij moeten direct in actie komen om de problemen op te lossen.
De inspecties hebben de afgelopen jaren heel vaak onderzoek gedaan naar de organisatie van de jeugdbescherming. We zagen dat het niet goed ging. De problemen zijn heel groot. Daarom hebben we aanbevelingen gedaan om de situatie te verbeteren.
We zien nu dat er nog steeds geen verbeteringen zijn. Wij kunnen met ons toezicht er niet voor zorgen dat kinderen de juiste hulp en bescherming krijgen. Het helpt niet als wij instellingen maatregelen opleggen. Want de oorzaak van de problemen ligt niet bij de instellingen.
Daarom vragen we de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en de minister voor Rechtsbescherming van Justitie en Veiligheid (JenV) om direct in actie te komen om de problemen op te lossen.
De jeugdbeschermers en hun instellingen moeten hun werk kunnen doen. Als een kind bepaalde zorg of hulp nodig heeft, moeten jeugdbeschermers dit direct kunnen bieden. Dat is nu niet het geval.
De minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van VWS zijn verantwoordelijk voor het goed laten werken van de jeugdbeschermingsketen. Daarom vragen de inspecties om een crisisaanpak. De rijksoverheid moet zorgen voor duidelijkheid, oplossingen en geld om de problemen op te lossen.
Nee. We blijven kijken naar wat de instellingen zelf kunnen verbeteren in hun eigen organisatie.
Als het niet lukt om kinderen te beschermen als gevolg van factoren waar ze geen invloed op hebben, dan zullen wij de instellingen daarop niet meer aanspreken of een maatregel opleggen. Bijvoorbeeld als er geen plekken beschikbaar zijn in de specialistische jeugdzorg, denk daarbij aan de Jeugd GGZ.
Wij blijven (incidenten)toezicht uitoefenen. En we gaan door met het monitoren en signaleren van de ontwikkelingen in het jeugdbeschermingsveld.
De inspecties doen dit juist voor de kwetsbare kinderen die nu een jeugdbeschermingsmaatregel hebben of binnenkort krijgen. Zij moeten snel de juiste hulp krijgen. En dat gebeurt nu niet. Wij vinden dat deze situatie al te lang duurt. Er moet direct actie worden genomen.
De inspecties mogen van de wet alleen toezicht houden en maatregelen opleggen bij instellingen. In onze rapporten zien we dat de oorzaak van de problemen niet bij de instellingen zelf ligt. Dan heeft het geen zin om een (handhavings)maatregel op te leggen aan deze instellingen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.
Als de wetten of regels niet worden nageleefd door een instelling en dit komt door factoren waar zij zelf geen invloed op hebben, dan gaan we de instelling geen maatregelen opleggen.
We moeten zuinig zijn op de professionals die werken in de jeugdbescherming en hun instellingen. Daarom spreken we nu de verantwoordelijke staatssecretaris en minister aan.