Ziekenhuizen houden zich onvoldoende aan regels om financiële beïnvloeding door leveranciers van medische hulpmiddelen te voorkomen

Er bestaat binnen ziekenhuizen te weinig openheid over financiële relaties met leveranciers van medische hulpmiddelen. Vaak is het onduidelijk waar betalingen aan besteed worden. Artsen en bestuursleden passen de wet- en regelgeving en eigen gedragscode over financiële beïnvloeding onvoldoende toe. Dit geldt voor zowel algemene, academische als topklinische ziekenhuizen. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na inspectiebezoeken aan 8 ziekenhuizen. De inspectie zag geen betalingen die een risico vormden voor de kwaliteit van zorg. Voor de kwaliteit van en het vertrouwen in de zorg benadrukt zij het belang van openheid. De ziekenhuizen moeten voor het einde van 2024 verbetering laten zien.

Medici gebruiken beeldvormende apparatuur op de operatiekamer
Beeld: ©ANP| Betastock

Een kunstheup, stent of operatierobot; een patiënt moet er altijd op kunnen vertrouwen dat een medisch hulpmiddel passend is bij de medische zorg die nodig is. Zorgprofessionals mogen bij de keuze voor een medisch hulpmiddel niet beïnvloed worden door eventuele gunsten van leveranciers die hun producten willen verkopen. In de wet heet dit gunstbetoon. Samenwerking tussen leveranciers en zorgprofessionals is belangrijk en nodig voor innovatie. Maar er gelden wel voorwaarden, wettelijk vastgelegd in de beleidsregels Medische Hulpmiddelen. Zo moeten de geldstromen die bij deze samenwerking horen, transparant en toetsbaar zijn. Naast de wettelijke regels, hebben sector en zorgprofessionals over gunstbetoon de eigen Gedragscode Medische Hulpmiddelen.

Onderzoek bij 8 ziekenhuizen

Het programma Nieuwsuur publiceerde in 2022 dat cardiologen van een aantal topklinische ziekenhuizen mogelijk betalingen zouden ontvangen die niet volgens de regels waren. De IGJ deed  onderzoek en bezocht 4 van de betrokken ziekenhuizen. De conclusie was dat er binnen de ziekenhuizen te weinig aandacht was voor financiële relaties tussen artsen en leveranciers en er te weinig openheid over was. Hierover berichtte de IGJ in september 2023.  Voor een breder beeld bezocht de IGJ vervolgens willekeurig 4 andere ziekenhuizen (3 algemene ziekenhuizen en 1 academisch ziekenhuis).

De IGJ sprak in elk ziekenhuis met de raad van bestuur en het bestuur van het Medisch Specialistisch Bedrijf (de vereniging van medisch specialisten in een ziekenhuis). Daarnaast analyseerde zij afgesloten contracten met leveranciers en bijbehorende financiële documenten.

Bevindingen

Bij alle bezochte ziekenhuizen bleek dat er onvoldoende aandacht was voor het onderwerp. Er was te weinig intern inzicht en controles om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen. Vooral over de besteding van ontvangen sponsorgelden bestond onduidelijkheid.  Daarnaast bleken zowel bestuurders als artsen onvoldoende op de hoogte van de beleidsregels en gedragscode. De processen over het vastleggen van financiële relaties waren onvoldoende geborgd. De inspectie zag tijdens dit toezicht geen bestedingen die een risico vormen voor de kwaliteit van zorg.

Vervolg

De ziekenhuizen moeten de eigen processen verbeteren en hierover een rapportage aanleveren aan de IGJ. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Federatie Medisch Specialisten en de Nederlands Federatie van Universitair Medische Centra geven hierbij ondersteuning in de vorm van een eigen handreiking voor het beheer van financiële relaties. De IGJ gaat ervan uit dat ziekenhuizen dit onderwerp oppakken en de verbeteringen zijn doorgevoerd in 2024.

De IGJ blijft zowel aan leveranciers van medische hulpmiddelen als ziekenhuizen en zorgprofessionals inspectiebezoeken brengen. De focus ligt de komende periode op de tandheelkundige en plastisch/cosmetische specialismen. Ook dan kijken we specifiek naar financiële relaties tussen leveranciers van medische hulpmiddelen, ziekenhuizen en zorgprofessionals.