Inzagerecht in medische gegevens
Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat informatie die je deelt met een zorg- of hulpverlener geheim blijft. Daarom geldt in de zorg en jeugdhulp een beroepsgeheim. Iemand die werkt in de zorg moet informatie geheim houden. Het gaat dan om informatie die hoort bij en voortkomt uit het werk.
Medisch beroepsgeheim
Het medisch beroepsgeheim bestaat uit de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht:
- De geheimhoudingsplicht betekent dat een zorg- of hulpverlener moet zwijgen over alles wat hij bij de uitoefening van het werk te weten komt over een patiënt. Alleen bij hoge uitzondering mag hij deze zwijgplicht verbreken. Bijvoorbeeld als er een plicht ontstaat voor het melden van ernstige infectieziekten. Of bij een ernstig vermoeden van kindermishandeling.
- Het verschoningsrecht betekent dat een zorg- of hulpverlener niet hoeft te spreken over iets dat onder zijn beroepsgeheim valt als hij is opgeroepen of gedagvaard om voor een rechtbank te getuigen. Ook hoeft hij niet mee te werken als de politie of het Openbaar Ministerie bevoegdheden inzet om medische gegevens te krijgen.
Recht om medische gegevens in te zien
Medewerkers van de IGJ hebben het recht om medische gegevens te bekijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inhoud van een medisch dossier. Dit mag alleen als dat voor het toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en jeugdhulp nodig is. Een zorgaanbieder of zorgverlener moet aan het inzagerecht van de IGJ meewerken. Het is niet noodzakelijk dat de patiënt daarvoor toestemming geeft.
Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke gegevens
De medewerkers van de IGJ hebben een afgeleide geheimhoudingsplicht en een afgeleid verschoningsrecht. Het uitgangspunt is dat de IGJ medische gegevens die zij heeft ontvangen niet deelt met andere organisaties of personen. Behalve als de zorgverlener, van wie de geheimhoudingsplicht is afgeleid, daarvoor toestemming geeft. Of als de gegevens gedeeld mogen worden op basis van een wet.