Metaal-op-metaal-heupimplantaten

Op deze pagina staat meer informatie over de risico's en veiligheid van metaal-op-metaal-heupimplantaten (MOM-heupimplantaten).

Een heupimplantaat of heupprothese is een kunstheup ter vervanging van het natuurlijke heupgewricht. Er bestaan verschillende typen heupimplantaten. Deze verschillen onder meer in het ontwerp en in de materialen die voor de steel, de kop en de kom worden gebruikt.

Risico’s heupimplantaten

Aan heupoperaties zijn altijd risico’s verbonden zoals wondinfecties, bloedingen en reacties op de anesthesie. Bij heupimplantaten zijn er specifieke risico’s na de operatie. Voorbeelden zijn het breken, verschuiven, loslaten en uit de kom schieten van (delen van) de prothese. Uw arts is verplicht u over deze risico’s te informeren, zodat u samen een goede afweging kunt maken. Geen enkel medisch hulpmiddel kan 100% veilig zijn, er zijn altijd risico’s aan verbonden. Het risico moet worden afgewogen tegen de te verwachten voordelen van het gebruik van het medisch hulpmiddel. Een verantwoord risico ten opzichte van de voordelen (risico/baten-analyse) is een onderdeel van de wettelijke toelating van medische hulpmiddelen op de Europese markt.

Metaal-op-metaal-heupimplantaten

Metaal-op-metaal-heupimplantaten hebben een extra risico. Bij deze implantaten zijn de kop en kom van metaal (kobalt en chroom) gemaakt. Door wrijving tussen de metalen onderdelen kunnen er metaaldeeltjes in het weefsel rondom de heup en in het bloed terechtkomen. Hierdoor kunnen ontstekingsachtige reacties rond de heup ontstaan. De klachten die hierdoor ontstaan variëren van een ongemakkelijk gevoel of pijnklachten tot het mogelijk loskomen van de prothese. Bij een aantal patiënten moet daardoor uiteindelijk een andere prothese worden geïmplanteerd.

Veldnorm: geen MOM-heupimplantaten

Sinds 2012 adviseert de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) geen MOM-heupimplantaten meer te plaatsen, zolang de langetermijn effecten niet beter bekend zijn. Ook heeft de NOV adviezen opgesteld voor het periodiek controleren van alle patiënten met een MOM-heupimplantaat. De IGZ beschouwt de standpunten als een veldnorm en ziet toe op de naleving ervan.

Lichamelijke klachten na een MOM-heupimplantatie

Als u een MOM-heupimplantaat hebt, bent u waarschijnlijk opgeroepen voor een controlebezoek. Mocht dit niet zo zijn, dan adviseert de inspectie u contact op te nemen met uw behandelend orthopeed, of de orthopedische afdeling van het centrum waar u behandeld bent.

Onderzoek IGZ

De inspectie kreeg sinds medio 2010 een toenemend aantal signalen van fabrikanten, artsen en patiënten over problemen met MOM-heupimplantaten. De inspectie nam deze signalen mee in een onderzoek naar de hele keten: van de toelating van medische hulpmiddelen (zoals implantaten) op de Europese markt tot en met het toepassen ervan. De inspectie concludeerde in haar rapport van 28 mei 2013  dat er in de hele keten veel moet verbeteren en is met aanbevelingen gekomen.

Onderzoek in Europees verband

Sinds 2012 is er over de MOM-heupimplantaten ook internationaal overleg tussen de toezichthoudende autoriteiten van de Europese lidstaten. Het doel daarvan is om onderling informatie uit te wisselen en beleid af te stemmen. De Europese wetenschappelijke commissie voor gezondheidsrisico’s SCENIHR (Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks) heeft nader onderzoek uitgevoerd naar de veiligheid en de risico-baten afweging van MOM-heupimplantaten. In 2014 publiceerde de SCENIHR haar bevindingen in een rapport. Het SCENIHR rapport bevestigt een voorbehoud over het gebruik van MOM-heupimplantaten. Ook staan er in het rapport richtlijnen voor de follow-up van patiënten met een MOM-heupimplantaat.