Telemonitoring van volwassenen thuis

Het toetsingskader in dit boekje vormt het uitgangspunt van het toezicht op telemonitoring door de Inspectie Gezondheidszorg  en Jeugd (IGJ) bij zorgaanbieders. Dit toetsingskader richt zich op telemonitoring voor volwassen patiënten (18+) die onder behandeling staan van een medisch specialist of van de huisarts. Hierbij geeft de patiënt vanuit huis informatie door aan diegene die de monitoring en begeleiding uitvoert.  

Bijvoorbeeld het ziekenhuis, de huisarts of zorgcentrale. De patiënt kan daarbij gebruik maken van een app of andere meetapparatuur. Zo houden patiënt en zorgverlener samen de gezondheid van de patiënt steeds nauwlettend in de gaten en kunnen zij actie ondernemen als dit nodig is. Dit kunnen bijvoorbeeld patiënten zijn met een chronische hart-, long- of darmaandoening, patiënten met een risicovolle zwangerschap of COVID-19.

Op de website van IGJ staat een meer gedetailleerde versie van dit toetsingskader. Hierin is meer achtergrondinformatie over de onderliggende bronnen opgenomen. Daarnaast heeft de inspectie in 2021 tien ziekenhuizen bezocht die telemonitoring aanbieden. Hierover is de factsheet telemonitoring bij volwassenen thuis verschenen.

Over deze uitgave

Voor deze uitgave over het toetsingskader Telemonitoring  heeft Zorg van Nu interviews gedaan met een bestuurder,  projectleider strategie en verpleegkundige die in hun ziekenhuis werken met telemonitoring. In deze uitgave zijn quotes uit de interviews opgenomen. Op de website van Zorg van Nu staan  blogs met het hele verhaal van deze geïnterviewden.

Waar let IGJ op bij telemonitoring

Het toetsingskader telemonitoring is opgebouwd uit vier onderwerpen of thema’s. Per thema kijken we naar randvoorwaarden die belangrijk zijn voor het leveren van goede en veilige zorg met de inzet telemonitoring:

  1. Persoonsgerichte zorg;
  2. Management van de organisatie;
  3. Vastleggen en uitwisselen van informatie;
  4. Veiligheid.

Persoonsgerichte zorg

Anja Bijlsma
Beeld: zorgvannu

Anja Bijlsma,
verpleegkundige Antonius ziekenhuis Sneek:

We hebben een folder over telemonitoring die we patiënten mee geven, wanneer ze mee willen doen krijgen ze uitgebreide instructie. We leggen in het ziekenhuis uit hoe de  apparatuur werkt die ze van ons meekrijgen.

Management van de organisatie

Peter van der Meer
Beeld: zorgvannu

Peter van der Meer,
voorzitter Raad van Bestuur Albert Schweitzer:

Het is een soort paradigmashift, een verandering van de vertrouwde werkelijkheid. Zowel patiënt als zorgverlener moet leren dat een patiënt niet in het ziekenhuis wordt opgenomen maar thuis blijft.

Mede dankzij de ervaringen van andere  ziekenhuizen hadden wij het zo snel voor  elkaar. Beter goed  gekopieerd dan alles  zelf bedenken.

Vastleggen en uitwisselen van informatie

Marco van Geffen
Beeld: zorgvannu

Marco van Geffen,
projectleider strategie en manager monitoringscentrum Jeroen Bosch Ziekenhuis:

Er wordt landelijk veel gesproken over het oprichten van een paar beperkt aantal landelijke monitoring centra, wij houden het liever lokaal. Je moet het dicht bij de zorgverlener houden. Het vertrouwen van de artsen is heel belangrijk. En voor  patiënten is het fijn om dicht bij je eigen zorgverlener te blijven en met verpleegkundigen die je kent en waarmee je een band mee opbouwt. Zoals wij het hebben ingericht blijven we dichter bij de mens.

We willen samenwerken met organisaties in de omgeving.  Denk aan gemeenten, thuiszorg, de GGD, huisartsen. We vinden dat we thuismonitoring samen met ons netwerk rondom de patiënt moeten doen.

Veiligheid

Peter van der Meer,
voorzitter Raad van Bestuur Albert Schweitzer:

De informatiebeveiliging is niet anders dan voor andere digitale programma’s in het  ziekenhuis. De grootste uitdaging zit in de wens om thuismonitoring samen met het netwerk te doen.

Tips en inspiratie

Tips en inspiratie om aan de slag te gaan met telemonitoring en het toetsingskader.

Anja Bijlsma, Antonius ziekenhuis Sneek:

Mijn ideaal is dat patiënten zelf actie gaan ondernemen.  Wij kijken mee op de achtergrond, maar de patiënten komen zelf met oplossingen. Een stap voor ons is dat we het vertrouwen erin hebben dat de patiënt zelf de regie kan nemen. En dat geldt voor iedere chronische aandoening: je hebt ermee te dealen, 24 uur per dag. Je kunt je kop in het zand steken, maar die COPD is er wel. Dan kun je het maar beter zo goed mogelijk gaan managen. Telemonitoring kan daarbij helpen.

Ik doe dit werk al 20 jaar en vind fysiek contact met de patiënten nog steeds het leukst. Maar telemonitoring is een hele mooie ontwikkeling en past echt bij deze tijd. Specifieke vaardigheden zijn volgens mij niet nodig. Behalve dat je het programma moet leren kennen. Ik word binnenkort 60 en ben minder digitaal vaardig dan mijn collega, maar ik red me er wel mee hoor.  
Je groeit ook gewoon mee.

Marco van Geffen, Jeroen Bosch Ziekenhuis:

We zien bij hartfalen dat thuismonitoring leidt tot fors minder opnames. En als mensen toch opgenomen worden, duurt de opname gemiddeld 40% korter.

 Zorg dat je een goede visie hebt op hoe je dit neer wilt zetten. Zorg dat zorgmedewerkers zelf in de lead komen om hiermee aan de slag te gaan en dat je dat dan goed ondersteunt. Organiseer het dicht bij de zorgverleners in het netwerk, doe het samen.

Peter van der Meer, Albert Schweitzer:

Verpleegkundigen zijn gewend om patiënten live te zien. Als je nu alles vanachter een scherm gaat doen, vind je het vak dan nog leuk? Ik denk dat we daar goed naar moeten kijken. En het moeten afwisselen. Bijvoorbeeld 2 dagen achter het scherm en 2 dagen patiënten live zien. Verpleegkundigen zijn ook in het vak gekomen om zorg te verlenen aan mensen.

We hebben bewezen dat patiënten prima herstellen in de thuissetting. Als je je bedenkt dat we allemaal niet nog meer geld aan de zorg willen uitgeven, dan past de beweging om de patiënt uit het ziekenhuis te houden daar perfect bij.